Gezinskaart van Diederik Sonoy (1529-1597)

Diederik SONOY, geboren Kalkar 1529, overleden op de borg Dijksterhuis bij Pieterburen 02-06-1597, zoon van Lambracht SNOY en Emerantiana PAUW van DARTHUIZEN.

 

Diederik Sonoy
Dit miniatuurportet is in Engeland geschilderd door Isaac Oliver

Diederik was een berucht geuzenleider. Hij stond bekend als een wrede, maar dappere strijder.
Als edelman diende hij eerst onder de Spaanse koningen Karel I en Philips II. Daarna voerde hij een schrikbewind tegen de katholieken. Zo hing hij als vergelding voor de gruweldaden van de Spanjaarden 5 minderbroeders op.

Hij is getrouwd in 1555 met Maria van MALSEN, geboren Den Haag, overleden Enkhuizen 1584, dochter van Otto van MALSEN (secretaris van het Hof van Holland) en Margareta SPLINTER.
Na het overlijden van Diederik is Maria in 1597, dertien jaar na haar overlijden, bijgezet in graf van Diederik in de kerk van Pieterburen.

Hij hertrouwt 24-11-1585 Johanna de MEPSCHE, geboren ca. 1530, overleden Norden 15-03-1596, dochter van Rudolph de MEPSCHE (van MEYMA te RASQUERT) en Ode TAMMINGA. Johanna was eerder getrouwd (1) met Haye ADDINGA, overleden 1570, zoon van Jurgen ADDINGA en Anna THEDEMA, (2) ? SMULLING en (3) Adriaan HINKAERT, zoon van Anthony HINKAERT en Anna van BALVEREN.

Uit het huwelijk met Maria van Malsen:

  1. Lambertus SONOY, geboren Den Haag en jong overleden in 1584.
  2. Emerentiana SONOY, geboren Den Haag ca. 1568, overleden Pieterburen 1621.
    Zij is getrouwd in 1582 met Luirt MANNINGA, geboren ca. 1568, overleden ca. 1599, zoon van Hayo Doedes MANNINGA en Detmara RENGERS. Luirt was heer van de borg Dijksterhuis.
    Emerentia hertrouwt Groningen 1607 met Tammo COENDERS.

In 1566 sluit Diederik zich aan bij het Verbond der Edelen en weigert in 1567 de Eed van Trouw aan de koning van Spanje af te leggen. In januari 1568 tekent hij, samen met Hendrik van Brederode en zeven andere opstandige edelen, een tweede Compromis om de Spanjaarden met geweld uit de Lage Landen te verdrijven.
In mei 1568 vecht Diederik als leider van 700 watergeuzen in 16 schepen tegen admiraal Francois van Boschuysen op de Eems bij Delfzijl.
Door de Raad der Beroerten wordt hij verbannen en vlucht met zijn vrouw Maria van Malsen naar Emmerik. Toen Alva in 1571 hem daar wilde arresteren, was hij er niet. Hij kon ontkomen, omdat Maria hem had gewaarschuwd.
In 1572 wordt Diederik burgemeester van Enkhuizen en in datzelfde jaar wordt hij door Willem van Oranje benoemd tot gouverneur van het Noorderkwartier.
In 1573 zetten de geuzen onder zijn leiding de omgeving van Alkmaar onder water, waardoor het Spaanse Beleg van Almaar mislukte.
Diederik bleef zich verzetten tegen de Staten van Holland. In 1579 legde hij de vesting Bourtange aan en in 1580 Coevorden. Hij raakt bevriend de Engelse Robert Dudley, 1e Graaf van Leicester en vertrouweling van koningin Elisabeth I van Engeland. Dudley was in Nederland landvoogd en verliet gedwongen Nederland in 1587.

Robert Dudley, graaf van Leicester
(1533-1588)

Diederik wordt tegenstander van prins Maurits. In 1587 probeert Johan van Oldebarnevelt in Medemblik kasteel Radboud te nemen, maar dat mislukt.
Wanneer Diederik in Overijssel is, belegert prins Maurits op 27 februari 1588 Medemblik en het kasteel. Diederik geeft zich over en verliest zijn macht. Medemblik gaat bij het verdrag van 29 april 1588 over aan de Staten. De inwoners van Medemblik zien de capitulatie voor Maurits als een nederlaag en molesteren Sonoy. Hij krijgt bescherming van Maurits en in 1593 eervol ontslag. Vanwege eerdere verdiensten en na bemiddeling van koningin Elisabeth I van Engeland, krijgt hij een groot som geld en van de Staten van Holland een pensioen van 1000 pond per jaar.
Met zijn tweede vrouw Johanna de Mepsche gaat hij wonen in het Oost-Friese Norden in Duitsland. 
In 1594 veroveren Prins Maurits, Willem Lodewijk van Nassau en Philips van Hohenlohe de stad Groningen. De stad en Ommelanden vormden het zevende gewest van de Republiek der Nederlanden.
Daarna trekt Diederik in bij zijn dochter Emerentiana. Zij woonde met haar man Luirt Manninga op de borg Dijksterhuis bij Pieterburen. Hier overlijdt hij in 1597 en wordt in juni 1597 plechtig begraven in de kerk van Pieterburen in aanwezigheid van Willem Lodewijk van Nassau.

Diederik Sonoy
Diederik Sonoy
Willem Lodewijk van Nassau (1560-1620)
Kerk Pieterburen
(foto van wikipedia)

 

Rouwbord van Diederik Sonoy en Maria van Malsen in de kerk van Pieterburen
(afbeelding van oving.biz.nl)

 

Diederik had een Moor in dienst, die “Zwarte Pier” werd genoemd. Deze bediende had hij overgehouden aan zijn vele reizen. Op de borg Dijksterhuis aangekomen, werd de Moor verliefd op een dienstmeisje.  Het meisje wil niets van hem weten en hij vermoordt haar met een mes in een kamer, dat later de “Moriaanse Kamer” gaat heten. Als straf voor zijn misdaad wordt hij even ten noorden van de borg onthoofd op 20-10-1596. Zijn geest waart nog steeds rondom deze plek. Ook de bloedvlek die tijdens de moord in de Moriaanse kamer ontstond ging, ook na vele malen poetsen, niet weg.

Borg Dijksterhuis bij Pieterburen