Gezinskaart van Jacob de Graeff (1642-1690)

Jacob de GRAEFF, geboren Amsterdam 28-06-1642, gedoopt Nieuwe Kerk 29-06-1642, overleden Amsterdam 21-04-1690, begraven Oude Kerk Amsterdam 27-04-1690, zoon van Cornelis de GRAEFF en Catharina HOOFT.

Jacob de Graeff
(Wikipedia)

Hij studeerde rechten aan de Universiteit van Harderwijk en promoveerde aldaar in 1662. Zijn vader Cornelis was, evenals Johan Huydecoper , een van de krachten achter de bouw van een nieuw stadhuis op de Dam, dat in 1655 werd ingewijd. Jacob legde samen met Gerbrand PancrasSybrant Valckenier en Pieter Schaep de eerste steen.

De eerstesteenlegging van het Amsterdamse stadhuis door De Graeff, Gerbrand Pancras, Sybrant Valckenier en Pieter Schaep
(Wikipedia)

Jacobs moeder Catharina Hooft, die de Pauwen gantsch niet lustte, verzette zich met succes tegen zijn verloving met Anna Christina Pauw, waarbij zij zelfs de hulp inriep van raadpensionaris Johan de Witt om een huwelijk te verhinderen.

Anna Christina Pauw (1649-1719), getrouwd in 1671 met Nic. de Sohier de Vermandois
(RKD)

Jacob is vervolgens getrouwd Nieuwe Kerk Amsterdam 09-11-1666 met Maria van der DOES, geboren 14-03-1649, overleden 10-01-1667, dochter van Willem van der DOES en Catharina Henrix.

Uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren.

Maria overleed drie maanden na het huwelijk, waarbij Jacob kans had gezien, zo werd beweerd, om haar testament in die periode tweemaal te wijzigen, waardoor hij vier tonnen gouds erfde.

Jacob de Graeff
(wikimedia)

Toen de Republiek in het rampjaar 1672 door Engeland en Frankrijk werd aangevallen, keerde de bevolking zich tegen Jacob’s neef Johan de Witt en deze broer Cornelis. Na de moord op de gebroeders De Witt werd de Graeff als schepen van Amsterdam afgezet. De prins ontsloeg ook zijn broer Pieter, zijn oom Andries de Graeff en zijn zwager Lambert Reynst samen met negen andere Amsterdamse regenten. In 1674 verkocht hij de hofstede Soestdijk met de omringende landerijen aan zijn jeugdvriend prins Willem III.
In 1678 erfde Jacob de Graeff de vrije en hoge heerlijkheid van Purmerland en Ilpendam van zijn tante Maria Overlander, die was getrouwd met Frans Banning Cocq.