Gezinskaart van Maria Blaauw (1854-1938)
Maria BLAAUW, geboren Groningen 11-07-1854, overleden Groningen 24-02-1938, dochter van Hendrik BLAAUW (agent van politie) en Grietje HOOGHUIS,
Zij is getrouwd Groningen 12-11-1876 met Klaas KUILMAN, geboren Groningen 28-02-1854, overleden Groningen 16-08-1887, zoon van Heike KUILMAN en Hillegje JANSEN.
Uit dit huwelijk:
-
- Heike KUILMAN, geboren Groningen 26-11-1877, overleden Groningen 26-01-1902. Sigarenmaker.
Hij is getrouwd Groningen 16-06-1901 met Jurgiene GERRING, geboren Groningen 20-10-1880, overleden 17-01-1961, dochter van Berend GERRING (tuinier) en Johanna Wilhelmina PONT.
Jurgiene hertrouwt Groningen 16-05-1909 met Nanne LUIKINGA, stadreiniger, geboren Groningen 20-06-1877, overleden Groningen 17-08-1941, zoon van Nanne LUIKINGA en Willemina Berendina STRUIWIG.
Nanne en Jurgiene zijn begraven in Groningen, Zuiderbegraafplaats. - Grietje KUILMAN, geboren Groningen 30-01-1880, overleden Den Helder 04-10-1942.
Zij is op 03-01-1900 vertrokken naar Den Haag en is getrouwd Den Haag 22-08-1906 met Gerardus Andries van der BLOM, behanger, geboren Den Helder 19-08-1882, zoon van Johannes Hendrik van der BLOM en Grietje van BREDERODE. - Hillegonda KUILMAN, geboren Groningen 10-03-1882, overleden Groningen 31-12-1882.
- Hindrikje KUILMAN, geboren Groningen 17-04-1884, overleden Groningen 06-05-1939.
Zij is getrouwd Groningen 13-11-1904 met Coenraad DIJKSTRA, geboren Groningen 09-12-1880, overleden Groningen 29-07-1963, zoon van Jan DIJKSTRA en Berendina LOOR.
Hindrikje en Coenraad zijn begraven in Groningen, Esserveld. - Reinder KUILMAN, geboren Groningen 18-12-1886.
Hij is getrouwd Groningen 20-10-1912 met Jantje van ASSEN, geboren Groningen, 14-02-1890, overleden Groningen 04-02-1941, dochter van Roelof van ASSEN en Catharina HAZEVELD.
Jantje is begraven in Groningen, Noorderbegraafplaats.
- Heike KUILMAN, geboren Groningen 26-11-1877, overleden Groningen 26-01-1902. Sigarenmaker.
Maria hertrouwt Groningen 20-10-1901 met Jan DIJKSTRA, geboren Groningen 15-04-1850, overleden Groningen 14-11-1926, zoon van Jan DIJKSTRA en Grietje BIERLING.
Jan was eerder getrouwd met Berendina LOOR, geboren Groningen 03-05-1850, overleden Groningen 30-04-1893, dochter van Conraad LOOR en Anna ROTTINGHUIS.
Maria werkte als arbeidster in de haspelzaal van de machinale vlasspinnerij Dumonceau in Groningen.
Zij woonde rond 1889/1900 als “inwonend bloedverwant” in de Violetsteeg 177 (Leliestraat) in Groningen bij haar moeder, Grietje Hooghuis. Bij haar woonden toen ook haar kinderen Heike, Grietje, Hendrikje en Reinder. Later is Maria verhuisd naar Rozenplein 88, Groningen.
In 1891 werden de arbeiders in het hele land ondervraagd over hun arbeidsomstandigheden.
Ook Maria had een vraaggesprek met de voorzitter van de enquetecommissie, J.D. Veegens.
Jacob Dirk Veegens was in de periode 1881-1908 lid van de Tweede Kamer, minister en griffier Tweede Kamer.

Dit is het verslag:
Vraag: “Hebt gij ‘s morgens en ‘s namiddags nog een kleinen rusttijd? Antwoord: “Neen”.
Vraag: “Gebruikt gij uw boterham onder het werk door?” Antwoord: “Ja”.
Vraag: “Gij kunt dat wel doen, want het is in de haspelzaal zeker niet stoffig?” Antwoord: “Neen”.
Vraag: “Op welke wijze wordt uw loon berekend?” Antwoord: “Bij het stuk”.
Vraag: “Hoe gaat dit in zijn werk?” Antwoord: “Wij krijgen acht cents van het stuk. Wij hebben 20 klos op de haspel staan en nu moeten wij zoo werken, dat van iedere klos 12 twist komt”
Vraag: “Hoeveel loon kunt gij in de week maken?” Antwoord: “Dat is ongelijk; gemiddeld ƒ 6,50″
Vraag: “Is dit het gewone loon van de meisjes of vrouwen, die in de haspelzaal werken?” Antwoord: “Neen, er zijn er die nog minder hebben”.
Vraag: “Verdient gij het meeste?” Antwoord: “Neen, ik heb wel meer verdiend”.
Vraag: “Als eene getrouwde vrouw moet bevallen, blijft zij dan tijdig weg?” Antwoord: “Ja”.
Vraag: “Wordt er gelet, dat zij niet tot het laatste ongeblik blijft werken?” Antwoord: “Ja, het mag niet. De opzichter heeft het verboden en vraagt dan naar den tijd wanneer eene vrouw bevallen moet”.
X
Dit is het handwerk van M. Blaauw, weduwe K. Kuilman, die verklaart niet te kunnen schrijven.
Bron:
Lesmateriaal van het LOGA-projekt (leerplan ontwikkeling geschiedenis en aardrijkskunde voor het Lager Beroeps Onderwijs). Uit het boekje “Stadsvolk is as loezen, ze raizen van aine zere kop noar ander”
De foto is afkomstig van Beeldbank Nationaal Archief.