Greets genealogie

Sebastiaan Mattheus Sigismund de RANITZ,  geboren Nijmegen 16-05-1846, overleden Den Haag 30-10-1916, zoon van Sebastiaan Mattheus Sigismund de RANITZ en Anna Margaretha Jacoba de RANITZ.

Hij was adjudant van koning Willem III en grootmeester van koningin Wilhelmina, dienstdoende bij koningin-moeder Emma.
Destijds waren er geruchten dat Sebastiaan de biologische vader zou zijn van Wilhelmina.

Sebastiaan is getrouwd Groningen 10-05-1871 met zijn (volle) nicht Hermanna Louisa Christina THOMASSEN à THUESSINK van der HOOP, geboren Groningen 17-05-1846, overleden Den Haag 03-11-1920, dochter van Evert Jan THOMASSEN à THUESSINK van der HOOP en Willemina Elisabeth de RANITZ.

Uit dit huwelijk:

1. Anna Margaretha Jacoba de RANITZ, geboren Den Haag 16-02-1872, overleden Amsterdam 10-04-1958. 
2. Willemine (Lita) Elisabeth Edzardina de RANITZ, geboren Den Haag 04-03-1876, overleden Amsterdam 21-07-1960.
   Zij is getrouwd Den Haag 15-05-1919 met Willem Bastiaan THOLEN, kunstschilder, geboren Amsterdam 13-02-1860, overleden Den Haag 05-12-1931, zoon van Pieter Hermanus THOLEN en Johanna Maria ARENDSEN. Bastiaan was eerder getrouwd met Jacoba Suzanna MULLER, overleden 1918. 

   

Dochter Willemine (Lita) speelde als kind met haar vriendinnetjes veel met een eenvoudig, door haar vader van een kist getimmerd poppenhuis. Toen de inventaris zich ook later nog langzaam maar zeker uitbreidde, gaf ze in 1910 opdracht voor een nieuw, eigentijds huis. Herman J. Ros, leraar aan de Ambachtschool te Den Haag, nam na veel besprekingen de bouw op zich.
Lita sprak haar talen goed en reisde veel door Europa met haar vriendin en chaperonne freule Van Hogendorp. Ook tijdens haar reizen ging ze door met verzamelen van miniaturen en kleine kunstvoorwerpen. Kunstenaars uit haar omgeving, o.a. haar latere echtgenoot Willem Bastiaan Tholen, Jan Toorop, J.B. Jongkind, W.E. Roelofs en Anton Mauve maakten miniatuurschilderijtjes. Lita’s zus Anna (1872-1958) borduurde een prachtig badkamergordijn op blauwe zijde met rozen en en pauwen. Ook enkele geborduurde “perzische tapijten” zijn van haar hand. Het eigentijdse poppenhuis werd een soort kunstkabinet, Lita herstelde hiermee een oude Nederlandse traditie.
Naast het grote poppenhuis verzamelde Lita nog meer: kleinere poppenhuizen, -kamers, keukens, winkeltjes en speelpoppen. Na haar huwelijk met Willem Bastiaan Tholen maakte ze zijn atelier in de tuin van hun Kanaalvilla na in miniatuur. Haar Boddaertkamer met miniatuurtuin is helaas voor het grootste deel verloren gegaan, wel bestaan er nog zwart-witfoto’s van, uit 1955.
Lita was literair begaafd en schreef graag. Een aantal van haar teksten verscheen in druk. Onder meer koningin-moeder Emma had belangstelling voor haar uitgaven. Zij werd een bekende figuur in het Haagse society-en kunstenaarsleven. Ze was bevriend met de schrijver Louis Couperus (1863-1923) en diens vrouw en was sterk betrokken bij de organisatie van de 60e verjaardag van de schrijver en bij de lezingen.
Haar echtgenoot Willem Bastiaan Tholen overleed in 1931. Toen de Kanaalvilla in 1942 op last van de Duitsers werd afgebroken, vestigde Lita zich bij haar zus Anna in Amsterdam. Haar collectie poppenhuizen en poppen werd na de oorlog sfeervol op de zolder geïnstalleerd. Soms vertrok een deel ervan naar een tentoonstelling. Na de dood van Lita in 1960 werd de hele collectie overgedragen aan het Kostuummuseum te Den Haag, waar zij tot 1984 te zien was. Tegenwoordig huist de collectie op de zolder van het Haags Historisch Museum. Zo is Lita’s levenswerk weer teruggekomen in haar geboortestad.

Bron:

• Foto en info Lita: Wikipedia